-
1 prune
n. gedroogde pruim; domoor (spreektaal)--------v. snijden; knippen; snoeien (v. takken, etc.); verkorten; weghalenprune1[ proe:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————prune2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:the reader's letters are severely pruned • de ingezonden brieven worden sterk ingekortprune down • inkorten, inkrimpen
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский